Wanneer uit onderzoek blijkt dat we te maken hebben met een dyslecticus stelt de begeleider een plan op. In het plan staan aanwijzingen gericht op lezen, spellen en andere vakken. Hierbij gebruiken we het ezelsbruggetje ‘ABCDE’ waarbij Acceptatie en Begrip voorop staan, gevolgd door Compensatie en Dispensatie.
Het accepteren van de problemen van de dyslecticus vormt de basis voor elk handelingsplan. Dyslectici blijven immers altijd op de een of andere manier moeite houden met onderdelen van de leerstof. Het is heel belangrijk dat de dyslecticus en de omgeving weten, dat er bepaalde problemen zijn als gevolg van dyslexie.
Naast acceptatie is het begrijpen van de problemen van de dyslecticus de basis voor het handelen. Dit geldt zowel voor de persoon zelf als voor de leerkracht en de omgeving.
Belangrijke hulp die dyslectici kunnen krijgen is gericht op het omzeilen van hun problemen. Dat wil zeggen dat ze gebruik leren maken van hun sterke kanten om problemen te vermijden of verminderen. Zo kunnen bij het aanleren van de lettertekens plaatjes en gebaren tot steun worden gegeven.
Voor bepaalde taken krijgt een dyslecticus dispensatie in de vorm van minder werk maken, meer tijd hebben of iets niet hoeven doen.
Tenslotte voorziet het plan in aangepaste oefeningen en werkvormen om problemen bij lezen en spellen te verminderen. Uiteraard zijn deze oefeningen gebaseerd op het versterken van de compenserende processen en niet direct op automatisering. Vooral op dit punt zijn erg grote verschillen tussen de verschillende instellingen. Vroeger werd er vooral gebruik gemaakt van veel automatiseringsoefeningen. Rijtjes lezen, herhalend lezen en het begrip ‘kilometers’ lezen horen hier bij.