Voor kinderen met een zwak woordbeeld, heeft het geen zin om zogenaamde âweetwoordenâ te stampen. Dan zijn âweetwoordenâ eerder âvergeetwoordenâ. Zij moeten de spelling van woorden die afwijken van de Nederlandse spellingregels op een andere manier zien te onthouden. Kennis over waar het woord vandaan komt (etymologie) is een goed voorbeeld van een compenserende leerstrategie. Als voorbeeld het woord: chauffeur. Door de etymologie te kennen, kunnen we de spelling leren begrijpen.
Chauffeur is een Frans leenwoord. De Franse klanken leren we al, die komen in heel veel leenwoorden voor. Dus we weten hoe de âchâ en âauâ in het Frans klinken. Maar waarom dan dubbel f? Chaud betekent warm, chauffer betekent “verhitten”. Een chauffeur en verhitten? Wat heeft dat met elkaar te maken?
De eerste voertuigen werden aangedreven door stoomkracht, denk aan een stoomtrein. De bestuurder van de stoomtrein moest druk houden op de stoomketel door deze te verhitten!