Verklank de letters, vraag je kind naar een mening en geef de tijd om na te denken.
Stel je kind vragen na het samen lezen zoals: ”Wat is er gebeurd?” en “Wat zal er nu gaan gebeuren, denk je?” Gun je kind de tijd zelf het woord te ontdekken of zelf een leesfout te ontdekken. Laat ze het woord goed verklanken, de plaatjes bekijken en de andere tekst nog eens over lezen.
Lees samen verkeersborden, winkel- en restaurantnamen, verpakking van voedsel, reclamefolders, advertenties en instructies. Schrijf samen boodschappenlijstjes, telefoonnotities, schrijf afspraken op de gezinskalender met datum en tijd. Je kunt ook samen ansichtkaarten lezen en schrijven, bedankjes opstellen, brieven, e-mail en sms’jes samen opstellen. Je kind laten printen, schrijven en computer gebruiken is goed.
Praat met je kind over zaken waarover het leuk is om te lezen. Kies samen verschillende leesstof, bijvoorbeeld verhaaltjes en informatieve teksten, kranten, strips, grapjes en liedteksten. Vraag je kind waarom een schrijver een dergelijk verhaal zou hebben geschreven en of alle personen zo maar willekeurig zijn gekozen. Dat alles zal je kind helpen na te denken over wat hij leest en toevoegt aan de eigen ervaringen.