Bron: Shaywitz, S. E. (2003). Overcoming dyslexia: A new and complete science-based program for reading problems at any level. Vintage.
De peuter
- lijkt geen belangstelling te hebben voor taalspelletjes als nazeggen en rijmen.
- heeft problemen met de bekende kleuterrijmpjes.
- spreekt regelmatig woorden verkeerd uit en blijft hardnekkig steken in peutertaal.
- kent de letters van de eigen naam niet.
- heeft moeite met de namen van getallen, dagen van de week.
De kleuter
- schrijft de eigen naam nog niet juist.
- kan moeilijk gesproken woorden in stukjes breken: ‘voetbal’ is ‘voet’ en ‘bal’.
- heeft nog steeds problemen met herkennen van rijmwoorden: ‘mat’ en ‘kat’.
- heeft moeite met herkennen van klanken. Vraag: “Wat begint het zelfde als ‘kat’, ‘lat’ of ‘man’ of ‘kan’?
De aanvankelijk lezer
- heeft moeite met bepaalde teken-klankkoppelingen, hoe klinkt een ….
- heeft nog steeds problemen in het herkennen en plaatsen van klanken.
- kan geen eenvoudige één-lettergreepwoord lezen als ‘mat’ of ‘top’.
- maakt leesfouten gebaseerd op teken-klankkoppeling zoals ‘bal’ voor ‘kip’.
- verwart woorden met lastige tweetekenklanken zoals ‘luik’ en ‘leuk’.
- klaagt over dat lastige lezen en heeft er geen zin in…..
Het kind na groep 3
- lange en ingewikkelde woorden verkeerd uitspreken: jannejari i.p.v. januari. ze ginnen i.p.v. ze gingen.
- verwart woorden die ongeveer hetzelfde klinken.
- gebruikt voortdurend aanwijswoorden zoals ‘dinges’ en ‘je-weet-wel’.
- heeft moeite met onthouden van data, namen en telefoonnummers.
- heeft moeite met het lezen van korte woordjes als dat, en, in, op.
- raadt direct bij het zien van meerlettergrepige woorden i.p.v. te lezen.
- slaat stukken woorden over; leest ‘knikken’ i.p.v. ‘knikkeren’.
- vervangt bij hardop lezen woorden met dezelfde betekenis; ‘moeder’ wordt ‘mama’.
- maakt veel spelfouten en schrijft erg slordig.
- heeft moeite de opdrachten binnen de tijd af te krijgen.
- heeft een hekel aan of is angstig bij hardop lezen.